Frequently asked questions :



Veiligheidscoördinatie :


→ Wie betaalt de prestaties van de veiligheidscoördinator in de uitvoeringsfase?

De opdrachtgever moet steeds de prestaties van de coördinator-verwezenlijking betalen.


De plaatsbeschrijving wordt logischerwijze uitgevoerd alvorens de werkzaamheden starten. Ingeval een architect aangesteld wordt, neemt hij meestal deze taak op zich. Maar de plaatsbeschrijving kan evenzeer opgemaakt worden door de aannemer. Zolang het document maar ‘tegensprekelijk’ opgesteld wordt. Om dit tegensprekelijk karakter te garanderen wordt de plaatsbeschrijving bijgewoond door alle betrokken partijen of hun gevolmachtigden en wordt het PV door hen allen ondertekend. Dit verslag hoeft niet noodzakelijk uitgebreid te zijn, maar moet wel alle nuttige details bevatten. Foto' s zijn vaak een nuttige of zelfs noodzakelijke aanvulling van het document.


→ Hoe wordt de totale oppervlakte berekend?

Om de totale oppervlakte te berekenen moet men de som maken van alle niveau's van het te verwezenlijken bouwwerk. Voor een ééngezinswoning zal men dus, gaande van de kelder tot en met de zolder, alle oppervlaktes moeten optellen die gelegen zijn tussen de buitenkanten van de buitenwanden. Bij afwezigheid van buitenwanden, moet men een verticale projectie maken van de buitenste contouren van het bouwwerk.

Moeten ook in aanmerking genomen worden om de totale oppervlakte te berekenen:

• Alle al dan niet aan elkaar palende constructies die deel uitmaken van eenzelfde project. Dit betekent dat terassen, veranda's, tuinhuisjes, losstaande stalplaatsen,... ook in rekening moeten gebracht worden, voor zover ze deel uitmaken van een zelfde bouwproject.
• De openingen in de vloer van een niveau (trappen, liftkokers, technische leidingen,...) moeten fictief mee opgeteld worden voor de bepaling van de oppervlakte.

Worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de totale oppervlakte:

• De dakvlakken die uitsluitend de functie hebben van dakbedekking.
• De oppervlaktes van de grondwerken die uitgevoerd worden om het bouwwerk te verwezenlijken. Het is de bedoeling dat aannemers de omliggende graaf en grondwerken niet op een onveilige manier zouden inkrimpen om aldus onder de oppervlaktedrempel
te blijven. Vandaar dat deze "ondersteunende" werken, die uitsluitend uitgevoerd worden om de verwezenlijking van het bouwwerk mogelijk te maken, niet in rekening worden gebracht voor het berekenen van de totale oppervlakte. Bij renovatie- of verbouwingswerken aan een gedeelte van een bestaand bouwwerk, moet slechts rekening gehouden worden met de oppervlakte die verbouwd of gerenoveerd wordt.

Het bouwen en het afbreken van volgende bouwwerken wordt, ongeacht de totale oppervlakte van het bouwwerk, per definitie gelijkgesteld met bouwplaatsen met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500m²:

• bruggen, tunnels, viaducten
• aquaducten, watertorens
• torens, pylonen
• fabriekschouwen.



→ Wat wordt bedoeld met het coördinatiedagboek? (COD)

Het coördinatiedagboek is het document of het geheel van documenten dat door de coördinator wordt bijgehouden, en dat, op genummerde bladzijden, de gegevens en aantekeningen vermeldt betreffende de veiligheidscoördinatie en gebeurtenissen op de bouwplaats.

Indien het gaat om bouwplaatsen van gelijk of groter dan 500 m², zonder verhoogd risico, of een werkvolume van minder dan 500 mandagen volstaat het schriftelijk in kennis stellen van de betrokkenen van hun eventuele gedragingen, handelingen, keuzen of nalatigheden die in strijd zijn met de algemene preventieprincipes.



→ Wat wordt bedoeld met het postinterventiedossier? (PID)

Dit dossier bevat de voor de veiligheid en gezondheid nuttige elementen waarmee bij eventuele latere werkzaamheden moet worden rekening gehouden en dat aangepast is aan de kenmerken van het bouwwerk. Het bevat ten minste:

• De architecturale, technische en organisatorische elementen in verband met de verwezenlijking, de instandhouding en het onderhoud van het bouwwerk.
• De informatie voor de uitvoerders van de te voorziene latere werkzaamheden, meer bepaald de herstelling, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen.
• De relevante verantwoording van de keuzen in verband met de toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen.

Indien het gaat om bouwplaatsen van gelijk of groter dan 500 m², zonder verhoogd risico of met een werkvolume van minder dan 500 mandagen, en indien het gaat om een bouwplaats van minder dan 500 m² mag een vereenvoudigde versie van het postinterventiedossier. Dit document is verplicht op alle bouwplaatsen waar een coördinatie moet worden georganiseerd. Het is aan de coördinator(en) om het dossier te openen, aan te vullen en bij te werken.



→ Wat is het veiligheids- en gezondheidsplan? (VIG)

Dit is het document of het geheel van documenten dat de risicoanalyse en de vast te stellen preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico's waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden. Het bevat:

• Administratieve informatie (namen en adressen van de opdrachtgever(s), bouwdirecties en aannemers, coördinator-ontwerp en -verwezenlijking).
• De risico-analyse en de preventiemaatregelen verbonden aan de werkzaamheden.
• De preventiemaatregelen die in acht moeten genomen worden ten gevolge van de wederzijdse inwerking van installaties of activiteiten die zich niet noodzakelijk op de bouwplaats bevinden (bv. het openbaar of privétransport van goederen of personen of de uitbating van een bestaand gebouw).
• De specifieke maatregelen m.b.t. de werkzaamheden met een verhoogd risico.
• De kritieke fasen tijdens dewelke de coördinator-verwezenlijking moet aanwezig zijn op de bouwplaats.
• De preventiemaatregelen voor eventuele latere werkzaamheden.
• De beschrijving van het te realiseren bouwwerk vanaf het ontwerp tot de volledige verwezenlijking.
• De raming van de duur van de uitvoering van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar plaatsvinden.
Het veiligheids- en gezondheidsplan kan eventueel deel uitmaken van het globaal preventieplan van de opdrachtgever. Het veiligheids- en gezondheidsplan moet opgesteld worden wanneer de veiligheidscoördinatie verplicht is. Het is bovendien steeds verplicht als er bepaalde werken voorzien zijn die als gevaarlijk of met een verhoogd risico worden beschouwd (bv. gevaren van bedelving, valgevaar van 5 meter of meer, graven of werken aan putten van meer dan 1,2 meter diepte, werken in de nabijheid van drijfzand of slib, ondergrondse werken en tunnelwerken, werkzaamheden onder overdruk, met duikuitrusting, met springstoffen, met (de) montage van geprefabriceerde elementen,...).

Het veiligheids- en gezondheidsplan is bovendien verplicht voor de bouwplaatsen:

• Waarvan de vermoedelijke duur van de werkzaamheden langer is dan 30 werkdagen en waar meer dan 20 werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn, of
• Waarvan het vermoedelijk werkvolume groter is dan 500 mandagen.

Voor de andere bouwplaatsen volstaat al naargelang het geval een "vereenvoudigd" veiligheids- en gezondheidsplan of een schriftelijke overeenkomst. Dit veiligheids- en gezondheidsplan wordt aangepast door de coördinator aan de realiteit op het terrein, de alternatieve uitvoeringswijzen die de tussenkomende partijen voorstellen of de opmerkingen die ze naar voren brengen, onvoorziene omstandigheden, identificatie van onvoorziene risico's of onvoldoend onderkende gevaren, wijzigingen aan het project, het optreden of het vertrek van tussenkomende partijen,...

De opdrachtgever moet er voor zorgen dat het veiligheids- en gezondheidsplan deel uitmaakt van het bijzonder bestek, de prijsaanvraag of de contractuele documenten, en dat het daarin als afzonderlijk en als dusdanig betiteld deel wordt opgenomen, en dat:

• De aannemers bij hun offertes een document voegen dat verwijst naar dit plan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met het veiligheids- en gezondheidsplan.
• De aannemers in hun offertes een afzonderlijke prijsberekening voegen i.v.m. de door het plan bepaalde preventiemaatregelen en -middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en -middelen.
• De coördinator-ontwerp de opdrachtgever kan adviseren inzake de overeenstemming -of niet-overeenstemming) van de door de aannemers voorgestelde uitvoeringswijze met de bepalingen van het veiligheids- en gezondheidsplan.




→ Wanneer moet een coördinatiestructuur opgericht worden?

Een coördinatiestructuur moet opgericht worden op de bouwplaatsen waar 3 of meer aannemers gelijktijdig werken uitvoeren en: hetzij het vermoedelijk werkvolume meer dan 5000 mandagen bedraagt; hetzij de geschatte totale prijs van de werken meer dan 2,5 miljoen euro ( excl. BTW ) bedraagt. Op gemotiveerd verzoek van de coördinator-verwezenlijking organiseert de opdrachtgever een coördinatiestructuur op andere bouwplaatsen.

De bedoeling van de coördinatiestructuur is om bij te dragen tot de organisatie van de veiligheidscoördinatie door:

• Te zorgen voor de vereenvoudiging van de informatie en de raadpleging van de verschillende tussenkomende partijen en van hun onderlinge communicatie.
• Te zorgen voor de regeling van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen.
• Adviezen inzake veiligheid en gezondheid uit te brengen.

De coördinatiestructuur is in essentie een overleg-, bemiddelings- en consultatieorgaan en moet zorgen voor de uitwisseling van de informatie. Het verenigt de verantwoordelijken (opdrachtgever, bouwdirectie belast met de (controle op de) uitvoering, de aannemers, een vertegenwoordiger van elk comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis, van elke syndicale afvaardiging van de op de bouwplaats aanwezige aannemers). De coördinatiestructuur wordt voorgezeten door de coördinator-verwezenlijking.



→ Wat stelt een einde aan de opdracht en taken van de coördinator-ontwerp?

De taak van de coördinator-ontwerp eindigt met de overhandiging van zijn documenten (het veiligheids- en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier), aan de persoon belast met zijn aanstelling.

Deze overdracht, die pas kan geschieden na volledige opmaak en afwerking van de documenten, wordt best vastgesteld in een proces-verbaal zoals in de uitvoeringsfase.
Indien de coördinator-ontwerp eveneens de coördinatie verwezenlijking uitvoert, loopt zijn opdracht door.



→ Wat is het verschil tussen de functie van preventieadviseur en veiligheidscoördinator?

De preventieadviseur:

• Is verbonden aan een onderneming.
• Onderzoekt de risico's van een activiteit, vooral in de ondernemingen; bv. schilderbedrijf, gevaar voor vergiftiging door oplosmiddelen.
• Geeft raad, advies en informatie over de preventiemaatregelen ter bestrijding van de risico's die in onmiddellijk verband staan met de onderzochte activiteit (giftig product, gebruik van een PBM,...).
• Stelt het specifiek veiligheids- en gezondheidsplan op voor de bouwplaats. Daarin worden de activiteiten van de werknemers en de bijbehorende risico's uiteengezet en ook de preventiemaatregelen die de werknemers moeten naleven.
• Heeft de coördinator nodig om de risico's van co-activiteiten te leren kennen en informatie en eventueel instructies te kunnen doorgeven aan "zijn" werknemers.

De veiligheidscoördinator:

• Is verbonden aan een bouwplaats.
• Onderzoekt de risico's van co-activiteiten op een bouwplaats ; bv. schilder + lasser, gevaar voor ontploffing als de schilder zich hoger bevindt dan de lasser, want verfoplosmiddelen zijn ontplofbaar en zwaarder dan lucht.
• Geeft raad, advies en informatie over de preventiemaatregelen ter bestrijding van de risico's die optreden bij co-activiteit op een bouwplaats.
• Stelt het algemeen veiligheids-en gezondheidsplan op. Daarin worden de co-activiteiten uiteengezet, de risico's van co-activiteit en de preventiemaatregelen die genomen moeten worden. Het kan dan om klassieke (collectieve of individuele) preventiemaatregelen gaan, voorstellen voor wijzigingen in de arbeidsspreiding op de bouwplaats om bepaalde co-activiteiten te vermijden of voorstellen planwijzigingen.
• Heeft de preventieadviseur nodig om de co-activiteiten op te sporen die bijkomende risico's zouden kunnen meebrengen.



→ Hoeveel veiligheidscoördinatoren mogen/moeten kunnen worden aangesteld?

Als er op een TMB een veiligheidscoördinator moet worden aangesteld moet men één veiligheidscoördinator aanstellen en mag men maximum twee veiligheidscoördinatoren aanstellen, namelijk één veiligheidscoördinator in de ontwerpfase en één veiligheidscoördinator in de uitvoeringsfase van het bouwwerk.



→ Moet de signalisatie op de openbare weg en buiten de werf, opgenomen worden in het veiligheids- en gezondheidsplan

Het plaatsen van signalisatie om en rond de werf, op onder andere de openbare weg, moet worden opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan als maatregel ter afbakening en beveiliging van de TMB.



→ Wat is de eventuele sanctie bij het niet aanstellen van een veiligheidscoördinator?

Het niet aanstellen van de veiligheidscoördinator kan leiden tot zware straffen. De straffen - vervat in artikels 16 en 21 van de Welzijnswet – kunnen variëren van 1 jaar gevangenisstraf en/of een geldboete van 5 000 euro voor de ontwerpfase en tot een gevangenisstraf tot 1 haar en/of een geldboete van 10 000 euro in de uitvoeringsfase. Bij herhaling van de inbreuk kunnen de straffen worden verdubbeld.

Wanneer zich een ongeval voordoet en er is geen veiligheidscoördinator aangesteld, dan kunnen de straffen oplopen tot 2 jaar gevangenisstraf en een geldboete van 22 500 euro. Ook kan je vervolgd worden voor het toebrengen van onvrijwillige slagen en verwondingen of voor onvrijwillige doodslag.



Hebt U nog vragen? Stel ze gerust via het contactformulier.


→ CONTACTEER ONS